In een analyse van de invloed van de media, in dit geval CNN, schrijft Arie Elshout in de Volkskrant op de dag voor de 2012 verkiezingen.
Niet alleen maken sommige nieuwsconsumenten hun eigen keuze, ze hebben er ook geen bezwaar tegen dat nieuws een geheel eigen bewerking ondergaat. Greene gebruikt hier het begrip 'hyperreal', van de Franse socioloog Jean Baudrillard. Beelden vervangen de werkelijkheid. De imitaties van Sarah Palin door Tina Fey hadden in 2008 een enorm effect, niet alleen doordat zij in dit digitale tijdperk met YouTube zo razendsnel worden verspreid, maar ook doordat journalisten de hyperreële Palin-parodie gebruikten om de echte Palin ongeschikt te verklaren voor het vicepresidentschap. Politieke satire wordt voor steeds meer mensen een politieke 'analyse'. Komieken zijn een politieke factor geworden. Greene: 'Zo smelten tegenwoordig humor, satire, duiding, partijdigheid, entertainment, journalistiek en activisme samen in een steeds heftiger mediacultuur.' In die cultuur willen 'mensen nieuws dat hen vermaakt'.
Baudrillard. Leven Na De Orgie (bol.com).
Tot zover de Volkskrant.
Bovenstaande geldt ook voor de afgelopen verkiezingsstrijd. Analisten, cabaretiers en politici hadden een gelijkwaardige positie in de discussie over de politieke standpunten.
Er is geen samenhang tussen de artikelen
Posts tonen met het label politieke partijen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label politieke partijen. Alle posts tonen
Is een basisinkomen een duivelsoorkussen of een vangkussen?
Een aantal nieuwe politieke partijen pleiten voor het invoeren van het basisinkomen: de SOPN en de Partij voor de Toekomst. De Partij voor Mens en Spirit koppelt aan basisinkomen de eis om minimaal 20 uur per week vrijwilligerswerk te doen waar de gemeenschap van profiteert.
Jan Hoek schreef.
Het basisinkomen is een typisch jaren tachtig idee, dat met de Muur en Punk achter de horizon is verdwenen. De essentie is simpel: geef iedereen van achttien jaar en ouder een inkomen, zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat. Daar zitten tal van voordelen aan, die in de jaren tien van de 21ste eeuw nog en weer de moeite waard zijn.
Tal van voordelen
Wat te denken van het voordeel dat mensen niet ieder soort werk hoeven te aanvaarden om in hun inkomen te voorzien? De werkende arme is in Nederland aan een opmars bezig. Hij werkt zich te pletter in deeltijdschoonmaakbaantjes en kan nauwelijks in zijn eigen inkomen voorzien. Dan helpt een basisinkomen om een beetje kieskeurig te kunnen zijn bij het aanvaarden van werk.
De zorg voor de naasten zou er ook een stuk gemakkelijker van worden. Zo moet de uitkeringsgerechtigde die wil mantelzorgen, nu zijn naaste bewegen een Persoonsgebonden Budget aan te vragen, om zich daar dan uit te laten betalen. Want voor zorgen voor je zieke moeder, daar was de uitkering niet voor bedoeld. Een basisinkomen zou dat gewoon al geregeld hebben, nog voor je moeder ziek werd.
Het basisinkomen zou ons een hoop administratie en daaraan verbonden kosten en frustratie besparen. Geen huishoudtoets meer, en nooit meer tandenborstels tellen. Geen uitkeringen meer die achteraf ten onrechte zijn stopgezet. Geen ambtenaren die door boze uitkeringsgerechtigden over de balie zijn gesleurd. Het openen van een bankrekening volstaat om inkomen te verwerven. Een belastingstelsel dat nog simpeler is. Überhaupt veel minder ambtenaren, trouwens.
Tot zover Jan Hoek.
In een tijd waarin mensen steeds harder oordelen over mensen die geen passend werk kunnen vinden zou het ontspannend kunnen werken wanneer bij diezelfde mensen een aantal bezwaren kunnen worden weggenomen tegen het idee van basisinkomen. Vooropgesteld dat een gegarandeerd inkomen niet geldt voor illegalen en de instroom van buitenlanders niet wordt aangejaagd kan een basisinkomen compenseren voor de verslechterde arbeidszekerheid. Uiteraard zou een basisinkomen mogen samengaan met het gemakkelijker kunnen ontslaan van werknemers.
Een basisinkomen zal zeker ten laste komen van ondernemers die hard werken en winst maken. Er is een tendens dat die winst tegenwoordig minder snel tot het creëren van banen wordt aangewend, maar juist tot automatiseren van productie met minder arbeid. Het politieke argument dat ondernemers meer vrijheid en minder regels moeten krijgen kan pas dan worden ondersteund wanneer in de maatschappij de bestaanszekerheid van de kwetsbaren is geregeld. Zoals door Jan Hoek betoogd, draagt een basisinkomen bij aan een kleinere overheid omdat er minder controle nodig is.
In de Volkskrant van 16 maart 2013 een artikel over flexwerkers, die het lastig hebben om voldoende inkomen te verwerven.
Dat een gegarandeerd, maandelijks overgemaakt basisinkomen mensen luier zou maken, bestrijdt Guy Standing (hoogleraar ontwikkelingseconomie). Sterker nog, uit experimenten met basisinkomens blijkt dat ze juist ondernemender maken, omdat mensen geen tijd en energie meer kwijt zijn aan het in hun eerste levensbehoeften voorzien, zegt Standing.
En het argument dat een basisinkomen onbetaalbaar zou zijn, zeker in tijden van crisis, wil er ook niet in bij Standing. 'De Nederlandse staat schenkt bijvoorbeeld omvangrijke belastingvoordelen aan huizenbezitters en aan bedrijven. Dat staten zich geen basisinkomen kunnen veroorloven is onzin - het ligt er alleen maar aan waar je je prioriteiten legt'.
Rutger Bregman schreef in zijn column in de Volkskrant (15-nov=2013) over het beleid van Jetta Klijnsma tav verscherpte eisen aan mensen die bijstand willen.
Meer dan 600 duizend Nederlanders leven inmiddels in armoede. Een op de tien kinderen groeit op in een arm gezin. Op de lange termijn zijn de kosten immens - voor ons allemaal. En dat terwijl Nederland, het op een na rijkste land van de Europese Unie, de armoede vrij eenvoudig zou kunnen uitroeien. Een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen die onder de armoedegrens dreigt te zakken, zou slechts enkele miljarden hoeven te kosten. Het uitroeien van de armoede onder kinderen zou uiteindelijk zelfs geld besparen.
Het enige wat nodig is, is een totaal ander mensbeeld. Een mensbeeld dat een stuk beter correspondeert met de werkelijkheid: arme mensen zijn geen luie uitvreters die gedresseerd moeten worden door Vadertje Staat. Helaas gaat Moeder Jetta gebukt onder een oude, sociaaldemocratische obsessie - met betaald werk.
Jan Hoek schreef.
Het basisinkomen is een typisch jaren tachtig idee, dat met de Muur en Punk achter de horizon is verdwenen. De essentie is simpel: geef iedereen van achttien jaar en ouder een inkomen, zonder dat daar een tegenprestatie tegenover staat. Daar zitten tal van voordelen aan, die in de jaren tien van de 21ste eeuw nog en weer de moeite waard zijn.
Tal van voordelen
Wat te denken van het voordeel dat mensen niet ieder soort werk hoeven te aanvaarden om in hun inkomen te voorzien? De werkende arme is in Nederland aan een opmars bezig. Hij werkt zich te pletter in deeltijdschoonmaakbaantjes en kan nauwelijks in zijn eigen inkomen voorzien. Dan helpt een basisinkomen om een beetje kieskeurig te kunnen zijn bij het aanvaarden van werk.
De zorg voor de naasten zou er ook een stuk gemakkelijker van worden. Zo moet de uitkeringsgerechtigde die wil mantelzorgen, nu zijn naaste bewegen een Persoonsgebonden Budget aan te vragen, om zich daar dan uit te laten betalen. Want voor zorgen voor je zieke moeder, daar was de uitkering niet voor bedoeld. Een basisinkomen zou dat gewoon al geregeld hebben, nog voor je moeder ziek werd.
Het basisinkomen zou ons een hoop administratie en daaraan verbonden kosten en frustratie besparen. Geen huishoudtoets meer, en nooit meer tandenborstels tellen. Geen uitkeringen meer die achteraf ten onrechte zijn stopgezet. Geen ambtenaren die door boze uitkeringsgerechtigden over de balie zijn gesleurd. Het openen van een bankrekening volstaat om inkomen te verwerven. Een belastingstelsel dat nog simpeler is. Überhaupt veel minder ambtenaren, trouwens.
Tot zover Jan Hoek.
In een tijd waarin mensen steeds harder oordelen over mensen die geen passend werk kunnen vinden zou het ontspannend kunnen werken wanneer bij diezelfde mensen een aantal bezwaren kunnen worden weggenomen tegen het idee van basisinkomen. Vooropgesteld dat een gegarandeerd inkomen niet geldt voor illegalen en de instroom van buitenlanders niet wordt aangejaagd kan een basisinkomen compenseren voor de verslechterde arbeidszekerheid. Uiteraard zou een basisinkomen mogen samengaan met het gemakkelijker kunnen ontslaan van werknemers.
Een basisinkomen zal zeker ten laste komen van ondernemers die hard werken en winst maken. Er is een tendens dat die winst tegenwoordig minder snel tot het creëren van banen wordt aangewend, maar juist tot automatiseren van productie met minder arbeid. Het politieke argument dat ondernemers meer vrijheid en minder regels moeten krijgen kan pas dan worden ondersteund wanneer in de maatschappij de bestaanszekerheid van de kwetsbaren is geregeld. Zoals door Jan Hoek betoogd, draagt een basisinkomen bij aan een kleinere overheid omdat er minder controle nodig is.
In de Volkskrant van 16 maart 2013 een artikel over flexwerkers, die het lastig hebben om voldoende inkomen te verwerven.
Dat een gegarandeerd, maandelijks overgemaakt basisinkomen mensen luier zou maken, bestrijdt Guy Standing (hoogleraar ontwikkelingseconomie). Sterker nog, uit experimenten met basisinkomens blijkt dat ze juist ondernemender maken, omdat mensen geen tijd en energie meer kwijt zijn aan het in hun eerste levensbehoeften voorzien, zegt Standing.
En het argument dat een basisinkomen onbetaalbaar zou zijn, zeker in tijden van crisis, wil er ook niet in bij Standing. 'De Nederlandse staat schenkt bijvoorbeeld omvangrijke belastingvoordelen aan huizenbezitters en aan bedrijven. Dat staten zich geen basisinkomen kunnen veroorloven is onzin - het ligt er alleen maar aan waar je je prioriteiten legt'.
Rutger Bregman schreef in zijn column in de Volkskrant (15-nov=2013) over het beleid van Jetta Klijnsma tav verscherpte eisen aan mensen die bijstand willen.
Vernederen is het nieuwe verheffen. Verplicht is het nieuwe vrijwillig.
Dit beleid is niet alleen immoreel, het is ook dom. Moeder Jetta zou moeten weten dat verarming en vernedering dure hobby's zijn. Stel: een bijstandsmoeder met twee kinderen wordt drie maanden gekort vanwege haar net iets te diepe decolleté. De staatssecretaris bespaart een paar duizend euro, maar de verborgen kosten van kinderen die opgroeien in armoede, ongezond eten, slechter presteren op school en een groter risico hebben om in aanraking te komen met politie en justitie, zijn daar een veelvoud van.Meer dan 600 duizend Nederlanders leven inmiddels in armoede. Een op de tien kinderen groeit op in een arm gezin. Op de lange termijn zijn de kosten immens - voor ons allemaal. En dat terwijl Nederland, het op een na rijkste land van de Europese Unie, de armoede vrij eenvoudig zou kunnen uitroeien. Een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen die onder de armoedegrens dreigt te zakken, zou slechts enkele miljarden hoeven te kosten. Het uitroeien van de armoede onder kinderen zou uiteindelijk zelfs geld besparen.
Het enige wat nodig is, is een totaal ander mensbeeld. Een mensbeeld dat een stuk beter correspondeert met de werkelijkheid: arme mensen zijn geen luie uitvreters die gedresseerd moeten worden door Vadertje Staat. Helaas gaat Moeder Jetta gebukt onder een oude, sociaaldemocratische obsessie - met betaald werk.
Labels:
basisinkomen,
boek,
economie,
mensbeeld,
politieke partijen,
vrijheid
Wild, wilder, Wilders
Nu Geert Wilders een groot kiezerspotentieel heeft, zijn de andere politieke partijen aan zet om het verloren aandeel op de kiezersmarkt terug te pakken.
De partij met de grootste potentie om te groeien en tevens door de jaren heen afhankelijk van het charisma van de mannelijke tegenkracht is D66. Pechtold, hoewel niet met evenveel charisma uitgerust als Hans van Mierlo en Jan Terlouw, werkt hard in de media en doet het uitstekend. Hij heeft als verpersoonlijking van de redelijkheid ook de beste kaarten, want Wilders slaat wild om zich heen en wekt de suggestie dat zijn beweging extreme vormen kan aannemen. Wilders zelf spreekt liever van demonisering.
De vraag die nog open staat is of de race nu gelopen is of dat er ruimte is voor twee grote partijen. Wilders is niet bang om taboe onderwerpen aan te kaarten, maar zijn achilleshiel is gebrek aan democratie in eigen gelederen. Wel heeft hij oog voor de risico’s van gebrek aan kwaliteit bij medestanders. Maar net als bij de LPF blijft de vraag: zijn er wel genoeg bestuurders met voldoende kwaliteit waar hij het kan overlaten om af en toe op de winkel te passen?
Daarvoor moet je vertrouwen hebben in je medemens. Op dat punt lijkt Wilders het te verliezen van Pechtold. In de zendtijd voor Politieke Partijen schroomt D66 niet om een lesbisch stel naar voren te schuiven.
Wilders heeft het lef om met een Tweede Kamer delegatie naar Turkije te gaan om een week lang te gaan vertellen waarom Turkije niet rijp is om tot de EU te worden toegelaten.
Over vertrouwen gesproken….
Maar het bedrijfsleven en het leger ziet de missie van Wilders met lede ogen aan. Nederland als exportland en als militaire macht aanwezig en zichtbaar in islamitische gebieden wordt niet graag het mikpunt van terroristische aanslagen of consumenten boycots. Dan is de afweging over wat belangrijker is "vrijheid van meningsuiting" versus "eigen belang" snel gemaakt.
D66 lijkt meer op de toekomst en de multiculturele samenleving ingericht te zijn dan Wilders. Wilders doet meer denken aan heersers uit het verleden die de zaak overzichtelijk wilden houden en vreemde elementen wilden weren.
De andere spelers in en rond het politieke midden doen het op dit moment niet zo sterk. De PvdA spreekt de arbeiders niet meer aan. Het CDA krimpt nog steeds langzaam maar gestaag en een nieuwkomer als de PvdD wekt de suggestie dat zij ook liever de macht niet met hun kiezers delen.
De partij met de grootste potentie om te groeien en tevens door de jaren heen afhankelijk van het charisma van de mannelijke tegenkracht is D66. Pechtold, hoewel niet met evenveel charisma uitgerust als Hans van Mierlo en Jan Terlouw, werkt hard in de media en doet het uitstekend. Hij heeft als verpersoonlijking van de redelijkheid ook de beste kaarten, want Wilders slaat wild om zich heen en wekt de suggestie dat zijn beweging extreme vormen kan aannemen. Wilders zelf spreekt liever van demonisering.
De vraag die nog open staat is of de race nu gelopen is of dat er ruimte is voor twee grote partijen. Wilders is niet bang om taboe onderwerpen aan te kaarten, maar zijn achilleshiel is gebrek aan democratie in eigen gelederen. Wel heeft hij oog voor de risico’s van gebrek aan kwaliteit bij medestanders. Maar net als bij de LPF blijft de vraag: zijn er wel genoeg bestuurders met voldoende kwaliteit waar hij het kan overlaten om af en toe op de winkel te passen?
Daarvoor moet je vertrouwen hebben in je medemens. Op dat punt lijkt Wilders het te verliezen van Pechtold. In de zendtijd voor Politieke Partijen schroomt D66 niet om een lesbisch stel naar voren te schuiven.
Wilders heeft het lef om met een Tweede Kamer delegatie naar Turkije te gaan om een week lang te gaan vertellen waarom Turkije niet rijp is om tot de EU te worden toegelaten.
Over vertrouwen gesproken….
Maar het bedrijfsleven en het leger ziet de missie van Wilders met lede ogen aan. Nederland als exportland en als militaire macht aanwezig en zichtbaar in islamitische gebieden wordt niet graag het mikpunt van terroristische aanslagen of consumenten boycots. Dan is de afweging over wat belangrijker is "vrijheid van meningsuiting" versus "eigen belang" snel gemaakt.
D66 lijkt meer op de toekomst en de multiculturele samenleving ingericht te zijn dan Wilders. Wilders doet meer denken aan heersers uit het verleden die de zaak overzichtelijk wilden houden en vreemde elementen wilden weren.
De andere spelers in en rond het politieke midden doen het op dit moment niet zo sterk. De PvdA spreekt de arbeiders niet meer aan. Het CDA krimpt nog steeds langzaam maar gestaag en een nieuwkomer als de PvdD wekt de suggestie dat zij ook liever de macht niet met hun kiezers delen.
Labels:
charisma,
economie,
eigen belang,
markt,
politieke partijen,
vertrouwen,
vrijheid
Abonneren op:
Posts (Atom)