Waarom kunnen we maar niet aanvaarden dat de wereld fundamentele tekortkomingen kent? Waarom willen we alle pech, leed en risico uitbannen? De menselijke conditie is er nu eenmaal een van tragiek. Al lezen we dat graag in de Griekse tragedies, in het maatschappelijk bestaan ontkennen we het liever. Daartoe uitgedaagd door het populisme, dat ons wil verlossen van het tragische en het onvolmaakte, intensiveert de bestaande politieke orde zijn greep op de samenleving. De modernistische droom van maakbaarheid is verworden tot de nachtmerrie van een alom interveniërende fatale staat.
Maar de politieke orde is een symbolische orde. Een orde waarin met handelingen, gebaren en woorden de strijd om de macht wordt gevoerd. Dat heeft het populisme beter begrepen dan de bestaande politiek, die voor elk vraagstuk - van obesitas tot overlast, van pesten tot klimaatverandering - een oplossing wil vinden. Waarheid en moraal moeten daarvoor de legitimatie bieden, terwijl we van Machiavelli hebben geleerd dat politiek machtsuitoefening is zonder vanzelfsprekende legitimatie van buitenaf.
Het boek van hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen behelst een analyse van de dubbele uitdaging van populisme en modernisme en bevat een pleidooi voor een opvatting van politiek als esthetisch domein. Daarbij gaat het om een benadering van het politieke in termen van stijl, vorm, ordening en constitutie. Het tragische speelt een cruciale rol, want het besef dat het bestaan onvolmaakt is en vol tegenstrijdigheden, is een voorwaarde om de maatschappelijke pluraliteit te waarborgen. Nietsdoen is altijd een optie: fatalisme van de staat is heilzaam voor een vrije samenleving. De verzoening met tragiek is politiek noodzakelijk.
In een interview met de Volkskrant zegt Frissen het volgende over het noodlot.
Wat is uw definitie van het noodlot?
'Het noodlot is het onvoorspelbare, het niet maakbare, het niet beheersbare, het niet controleerbare. Het is alles wat je doet beseffen dat je niet de meester bent over de wereld. Ook niet naarmate je meer weet. Weten wat iets is, neemt het noodlottige niet weg. De politiek zou zich bescheidener ten opzichte van dat noodlot moeten opstellen. Wanneer het echt de ambitie van politiek wordt om het noodlot op te heffen, dan wordt politiek levensgevaarlijk. Want dan wordt politiek totalitair.
'Aan burgers staat het volledig vrij om welke houding dan ook te hebben ten aanzien van het noodlot. Dat is de kern van de vrijheid. Maar de staat moet niet meegaan in de gedachte dat alle leed kan worden uitgebannen. Juist vanwege die vrijheid van de burger. Omdat daardoor conflict, strijd, oorlog en ongewenste inperking van de vrijheid van anderen ontstaan, hebben wij een sterke staat nodig die daarin kan temperen. De staat is de instantie die over het geweldsmonopolie beschikt en over het belastingmonopolie, en daarom kan de staat niet worden toegelaten in het domein van de moraal en ook niet in het domein van de waarheid. Hij moet neutraal zijn en ten aanzien van het noodlot een positie van uiterste terughoudendheid innemen. Anders gaat hij de ambitie van de burger overnemen en zeggen: ik ga het voor u oplossen'.
De fatale staat, over de politiek noodzakelijke verzoening met tragiek (bol.com).